Naar een versoepeling van de regelgeving inzake arbeidsongeschiktheid van zelfstandigen

Een nieuwe wet past de uitkeringsverzekering ten voordele van de zelfstandigen aan.

Naar een versoepeling van de regelgeving inzake arbeidsongeschiktheid van zelfstandigen

Een nieuwe wet past het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering ten voordele van de zelfstandigen aan.

De carenzperiode voor de zelfstandigen werd reeds herleid van een maand tot 14 dagen, en nadien zelfs tot 7 dagen (behalve voor ziektes van meer dan 7 dagen).

De wachttijd voor zelfstandigen wordt behouden.

De regelgeving wordt aangepast wat de erkenning van de arbeidsongeschiktheid betreft, die voortaan aanvangt op de eerste dag van de ziekte, zoals bepaald door de arts, en niet op de dag van de ondertekening van het doktersattest.

Er wordt voorzien in een beperkte retroactiviteit van de uitbetaling van de uitkering tot maximum 14 dagen (in plaats van twee dagen), behalve in geval van overmacht. De adviserend geneesheer zal hierover oordelen.

Bron: wetsvoorstel tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten, opdat de arbeidsongeschiktheidsregeling kan ingaan vanaf de daadwerkelijke stopzetting van de activiteit wegens arbeidsongeschiktheid.