Is een door schending van het beroepsgeheim verkregen bewijs ontvankelijk?
Het beroepsgeheim is een plicht die bepaalde professionelen verbiedt geheimen bekend te maken, die ze hebben gehoord in het kader van hun beroep.

Advocaten zijn onderworpen aan de regel van het beroepsgeheim ten opzichte van hun klanten. Mededelingen die onder dit geheim worden beschermd, kunnen niet opgetekend worden in een proces-verbaal.
Voor de advocaat betreft het alle informatie waarvan de kennisname is gebeurd tijdens de uitoefening van de functie van advocaat, hem of haar toevertrouwd onder de voorwaarde van geheimhouding.
Het Hof van Cassatie heeft zich op 19 oktober 2021 ter zake uitgesproken.
In het kader van een zaak met medebeklaagden had de raadsheer van één ervan een gesprek met de twee medebeklaagde, die zijn klant niet was.
De advocaat had hem gecontacteerd en had informatie ontvangen, volgens dewelke de feiten deel uitmaakten van een afrekening in het drugsmilieu.
Aangezien dit gesprek onder het beroepsgeheim valt, had de advocaat niet het recht om de inhoud van het gesprek op te nemen.
Het bestreden arrest neemt deze opname over om een van de medeverdachten schuldig te verklaren, maar onderzoekt niet of het onrechtmatig verkregen bewijs twijfel doet rijzen over de betrouwbaarheid ervan, dan wel of het gebruik ervan in strijd is met het recht op een eerlijk proces.
Aangezien het arrest niet voorzag in de nodige maatregelen om onrechtmatig verkregen bewijsmateriaal te evalueren, werd het bij beslissing van het Hof van Cassatie vernietigd, dat de zaak naar het hof van beroep verwees.