Hoofddoek afzetten op het werk?

Kan je als werknemer gevraagd worden om je hoofddoek af te zetten omdat er in het bedrijf een neutraliteitsbeleid gevoerd wordt. Dat was de vraag die gesteld werd aan het Hof van Justitie naar aanleiding van een klacht.

Hoofddoek afzetten op het werk?

De vrouw in kwestie had gesolliciteerd voor een onbetaalde stageplaats van zes weken. Het gesprek was positief, maar ze kon enkel starten als ze akkoord was om haar hoofddoek af te zetten. Dat weigerde ze. Haar voorstel om een ander soort hoofdbedekking zoals een pet of muts te dragen, werd niet aanvaard. 

Ze stapte naar de rechter om een inbreuk op de antidiscriminatiewetgeving te laten vaststellen. Volgens haar werd ze door het bedrijf gediscrimineerd op basis van godsdienst, direct of indirect. 

De rechter stelde een prejudiciële vraag aan het Hof van Justitie. 

Het Hof antwoordde dat het niet kan gaan om een directe discriminatie, omdat de voorwaarde van neutraliteit van alle werknemers, onafhankelijk van hun religie of overtuiging, gevraagd werd. 

Het kan echter wel gaan om een indirecte discriminatie, omdat moslima’s zwaarder getroffen worden dan werknemers met een andere (geloofs)overtuiging. 

Om na te gaan of er sprake is van een indirecte discriminatie, moet de rechter nagaan of het arbeidsrecht een verschil in behandeling creëert dat niet kan gerechtvaardigd worden door een legitiem doel. 

De wens van de onderneming om een neutraliteitsbeleid te voeren is op zich wel een legitiem doel, maar dan rest de vraag of het voldoende gerechtvaardigd wordt met de middelen die genomen worden. Om daarop een antwoord te krijgen, moet de werkgever een werkelijke behoefte aantonen. 

Is er een werkelijke behoefte om alle werknemers neutraal te laten overkomen? Het is nu aan de arbeidsrechtbank in Brussel om dat te beoordelen.