Hoger beroep instellen kan tegen een vonnis of arrest, maar niet tegen een voorlopige maatregel
Als de rechter beveelt dat ontbrekende stukken moeten worden overgemaakt is dat een voorlopige maatregel. Hoger beroep instellen kan pas wanneer er een eindbeslissing is, en de rechter verder geen beslissingen over het geschil meer neemt.

In een recente zaak had de ondernemingsrechtbank een vennootschap verplicht om aandelen terug te verkopen aan de oorspronkelijke verkoper. Het ging om een bedrag van 20 miljoen euro.
Een jaar na deze gedwongen verkoop bleek dat er sprake was van bedrog en ontdekking van stukken die door de oorspronkelijke verkoper werden achtergehouden.
De vennootschap opende de zaak opnieuw voor de rechtbank en eiste de herziening van deze gedwongen verkoop. De rechter besliste dat de ontbrekende stukken moesten worden voorgelegd aan de rechtbank.
Daartegen diende de verweerder hoger beroep in.
Beroep instellen kan niet tegen elke rechterlijke beslissing. Het moet gaan om een eindvonnis, waarbij de rechter uitspraak doet over een geschilpunt en diens “rechtsmacht” uitput.
Een beslissing tot bijkomende informatie is een voorlopige maatregel, die geen aanleiding geeft tot een vonnis en daarom ook niet openstaat voor hoger beroep.
Het hof van beroep, dat verklaarde dat het ingestelde hoger beroep ontvankelijk was, werd teruggefloten door het Hof van Cassatie. De ontbrekende stukken zullen dus alsnog moeten worden overgemaakt door de oorspronkelijke verkoper.