Het overbruggingsrecht voor zelfstandigen was discriminerend

Het Grondwettelijk Hof heeft zich uitgesproken over het overbruggingsrecht van zelfstandigen.    

Het moest nagaan of er sprake was van discriminatie in de bepaling van de wet van 23 maart 2020 volgens welke zelfstandigen die arbeidsongeschikt waren en deeltijds terug aan het werk gingen, maar door Corona moesten stoppen, voor deze onderbreking van de activiteit geen aanspraak konden maken op enig overbruggingsrecht, terwijl een combinatie van overbruggingsrecht met andere (vervangings)inkomsten wel mogelijk was.  

Het Hof oordeelde dat het discriminerend is dat deze personen van het overbruggingsrecht zijn uitgesloten.   

De aanvullende crisisuitkering, die alleen gold voor samenwonende zelfstandigen zonder personen ten laste, en dus niet voor alleenstaande zelfstandigen met personen ten laste, volstond in elk geval niet om het bovengenoemde verschil in behandeling te verhelpen. 

Het zal nu aan de wetgever zijn om de regels te veranderen.