Geen gedwongen bemiddeling meer na feiten van geweld: het slachtoffer moet instemmen
Tot nu toe kon de rechter volgens de wet het gebruik van bemiddeling opleggen om een geschil te beëindigen. Dit houdt in dat een slachtoffer van geweld kan worden gedwongen om met zijn of haar agressor naar bemiddeling te gaan.

Eind oktober 2022 heeft de Kamer van Volksvertegenwoordigers een wet aangenomen om de instemming van slachtoffers van geweld te garanderen vóór bemiddeling, verzoening of verwijzing naar een raad voor minnelijke schikking.
Deze wet maakt een einde aan de verplichting voor een slachtoffer van geweld om met zijn of haar agressor naar bemiddeling te gaan na een rechterlijke beslissing die deze methode van geschillenbeslechting oplegt.
Indien er ernstige aanwijzingen zijn dat de ene partij geweld, bedreigingen of enige andere vorm van druk uitoefent of heeft uitgeoefend tegen de andere partij, kan de rechter dus geen bemiddeling bevelen zonder na te gaan of die partij daarmee akkoord is.
De rechter moet een mondelinge toestemming krijgen in afwezigheid van de andere partij. Alleen dan kan de alternatieve conflictoplossing dus doorgaan.
Het kan gaan om huiselijk geweld, maar ook elke andere vorm van fysiek, seksueel, psychisch of economisch geweld.
Deze wet treedt in werking op 1 december 2022.