Een vorderingsstaat betwisten gebeurt voor de ondernemingsrechtbank, niet bij de strafrechter

Een immobedrijf was niet akkoord met de vorderingsstaat die haar aannemer had opgesteld. Het geschil was aanhangig bij de ondernemingsrechtbank. Het bedrijf diende een strafklacht in wegens valsheid in geschriften. Waarom kan dit niet?

Een vorderingsstaat betwisten gebeurt voor de ondernemingsrechtbank, niet bij de strafrechter

Een immobedrijf en aannemer hadden een geschil over een vorderingsstaat waarvan het bedrijf het aantal uren betwistte. Ze diende een strafklacht in wegens valsheid in geschriften. De beroepsrechters wezen die klacht af en oordeelden dat het ging om een handelsrechtelijk conflict. 

Het Hof van Cassatie verduidelijkt wat het misdrijf van valsheid in geschriften inhoudt. Het gaat om het vervalsen van een door de wet beschermd geschrift. 

Een door de wet beschermd geschrift is een document dat bewijskracht heeft. De overheid of particulieren die het consulteren kunnen overtuigd worden van de echtheid van een bepaald feit of een zekere handeling. 

Een eindvordering is een document dat slechts bewijswaarde heeft na aanvaarding door de bestemmeling. Het dringt zich niet op aan het openbaar vertrouwen en krijgt dus niet het karakter van een “door de wet beschermd geschrift”. 

Het geschil over deze vordering zet zich dus verder voor de ondernemingsrechtbank.