Een voorafgaand geschiktheidsvonnis in de procedure voor binnenlandse adoptie
De kandidaten voor binnenlandse adoptie zullen een voorafgaand geschiktheidsvonnis dienen te verkrijgen.

De Potpourri V-wet van juli 2017 heeft de procedures voor binnenlandse en interlandelijke adoptie geharmoniseerd wat betreft de evaluatie van de geschiktheid van de kandidaat-adoptanten.
Zowel de binnenlandse als de interlandelijke adopties verlopen in twee fasen:
- eerst wordt de geschiktheid van de kandidaat-adoptanten beoordeeld aan de hand van een maatschappelijk onderzoek;
- vervolgens kan het kind worden toegewezen aan het adoptiegezin en kan de adoptieprocedure worden opgestart.
In het kader van interlandelijke adoptie zijn deze fasen opeenvolgend. Bij de binnenlandse adoptieprocedure vallen beide fasen samen in één procedure.
In de praktijk worden weinig maatschappelijke onderzoeken bevolen. De geschiktheid van de kandidaten voor binnenlandse adoptie wordt zelden geëvalueerd.
Vanaf 1 januari 2020, zullen deze kandidaten een geschiktheidsvonnis moeten verkrijgen. Alle kinderen geadopteerd in België zullen zo gelijksoortige garanties genieten.
Bronnen:
- Koninklijk besluit van 28 augustus 2020 betreffende de inwerkingtreding van titel 2 van de wet van 6 juli 2017 houdende vereenvoudiging, harmonisering, informatisering en modernisering van bepalingen van burgerlijke recht en van burgerlijk procesrecht alsook van het notariaat, en houdende diverse bepalingen inzake justitie
- Wet van 6 juli 2017 houdende vereenvoudiging, harmonisering, informatisering en modernisering van bepalingen van burgerlijke recht en van burgerlijk procesrecht alsook van het notariaat, en houdende diverse bepalingen inzake justitie (Potpourri V-wet)