Een aanvraag gezinshereniging moet niet altijd persoonlijk worden ingediend

Gezinsleden van erkende vluchtelingen hebben het vaak moeilijk om een aanvraag gezinshereniging in te dienen, omdat die in de regel bij de ambassade moet gebeuren. Maar die regel moet flexibeler zijn, bevestigt de Europese rechter.

Een aanvraag gezinshereniging moet niet altijd persoonlijk worden ingediend

Een Syrische man die naar België was gevlucht, had hier in augustus 2022 een erkenning als vluchteling gekregen. Zijn vrouw en kinderen verbleven nog in Syrië en konden zich niet zomaar naar de dichtstbijzijnde diplomatieke post verplaatsen, waar ze hun aanvraag gezinshereniging hadden moeten indienen als ze veilig naar België wilden komen. 

Hun advocaat diende deze aanvraag in via e-mail. De Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) wees dat verzoek af: volgens hen moesten ze zich persoonlijk aanbieden. 

Daarna is de zaak bij het Hof van Justitie van de Europese Unie terechtgekomen. Die oordeelde dat de DVZ wel degelijk flexibel moet omgaan met het vereiste van persoonlijke verschijning. 

In dit geval gaat het immers over personen die verblijven in een zeer onveilige regio. Als men van hen vereist dat ze zich met gevaar voor eigen leven gaan verplaatsen om een aanvraag gezinshereniging in te dienen, maken ze deze procedure eigenlijk onmogelijk. 

Het Hof bevestigt dat de start van de procedure wel via afstand moet kunnen gebeuren in deze buitengewone omstandigheden. De controle van de familiebanden en de identiteit, die persoonlijk moet gebeuren, kan altijd nog op een later stadium.