De verplichting de schuld te betalen is ondeelbaar, ongeacht de duur van de deelneming

Vier mensen werden schuldig bevonden aan dezelfde strafbare feiten, namelijk het behoren tot een criminele organisatie die de sociale fraude heeft bedacht en uitgevoerd die het nadeel heeft veroorzaakt dat de RSZ heeft geleden.

Het hof van beroep eiste dat de RSZ haar nadeel over elk van de veroordeelden zou verdelen, naargelang de duur van hun strafrechtelijke deelname.

Artikel 50 van het Strafwetboek voorziet dat alle wegens eenzelfde misdrijf veroordeelde personen hoofdelijk gehouden zijn tot teruggave en schadevergoeding. De verplichting tot betaling van de schuld is hoofdelijk en ondeelbaar, ongeacht de mate waarin elk van de daders aan het gemeenschappelijk strafbaar feit heeft deelgenomen.

De strafrechter is niet bevoegd om het aandeel van de medeschuldigen vast te stellen naar gelang het belang van hun respectieve schuld en van de meer of mindere invloed van die schuld op het ontstaan van het nadeel.

Het Hof van Cassatie vernietigt het arrest.

Bron: arrest van het Hof van Cassatie Nr P.20.1193.F van 17 maart 2021