De erfdienstbaarheid als bestemming door de huisvader was ontstaan en het uitzicht was wettig

De uitzichten die bestaan op het moment dat de eigenaar zijn grond scheidt, blijven op een van de gronden rusten ten behoeve van de andere.

De erfdienstbaarheid als bestemming door de huisvader was ontstaan en het uitzicht was wettig

De eigenaar van een erf stelt een uitzicht vast van een deel op de andere. Hij scheidt zijn erf door het deel dat van het uitzicht geniet te verkopen. Nadien verkoopt hij het deel dat het uitzicht draagt.

Het bestreden vonnis zal beslissen dat geen erfdienstbaarheid door bestemming door de huisvader is geboren uit de scheiding. Zodoende schendt het artikel 693 van het oud Burgerlijk Wetboek.

Dit artikel bepaalt dat bestemming door de huisvader slechts aanwezig is wanneer bewezen is dat twee thans van elkaar gescheiden erven aan dezelfde eigenaar hebben toebehoord en dat deze de zaken gesteld heeft in de toestand waaruit de erfdienstbaarheid voortvloeit.

Het Hof van Cassatie zal het bestreden vonnis vernietigen in zoverre het oordeelt dat geen erfdienstbaarheid met bestemming van de huisvader op het tijdstip van de scheiding is ontstaan. Deze vernietiging breidt zich uit tot de beslissing volgens dewelke het uitzicht door het betwiste venster onwettig is, dat het gevolg ervan is.

Bron: arrest van het Hof van Cassatie van 22 april 2021