De doorzoeking van een wagen is niet altijd gerechtvaardigd

Het loutere feit dat iemand gekend is bij de diensten, is niet voldoende om diens wagen te controleren.

De doorzoeking van een wagen is niet altijd gerechtvaardigd

De politie merkte een voertuig op dat op de middenrijstrook reed, terwijl er geen reden was om niet op de rechterrijstrook te rijden. Ze controleerden de nummerplaat en stelden vast dat de inzittende gekend was bij de diensten. 

Ze besloten om betrokkene tegen te houden en de wagen te doorzoeken. Niet zonder resultaat: er werd ongeveer 68.000 euro cash gevonden op verschillende plaatsen in de auto. 

Toch besliste de rechter dat het om een onwettige controle ging. 

De wet schrijft immers voor wanneer er mag gecontroleerd worden, en dat is alleen in het geval van materiële aanwijzingen dat de wagen gebruikt wordt om een misdrijf te plegen, opgespoorde personen te verbergen, of bewijsmateriaal in verband met een misdrijf te verbergen. 

Het is niet voldoende dat iemand op de middenrijstrook rijdt, en bekend is bij de diensten. Minstens moet de rechter weten waarvoor deze persoon bekend is en of er effectief aanwijzingen waren dat er iets aan de hand was. 

De persoon in kwestie blijft dus vrijgesproken.