De berekening van de rechtsplegingsvergoeding is afwijkend bij alimentatievorderingen
De wet voorziet in procedures voor de berekening van de rechtsplegingsvergoeding. De rechters mogen zich niet beperken tot de toepassing van de wet. Ze moeten ook de bepalingen van de koninklijke besluiten toepassen.

De Belgische wet bepaalt dat voor de vaststelling van de rechtsplegingsvergoeding het bedrag van de vordering wordt berekend op basis van het bedrag van de vergoeding van de jaarlijkse of twaalfmaandelijkse termijnen, door dit bedrag met tien te vermenigvuldigen.
Als gevolg van een koninklijk besluit van 26 oktober 2007 is dit niet langer het geval wanneer het geschil betrekking heeft op het recht op een onderhoudsuitkering of alimentatie.
Het Hof van Cassatie heeft zich op 18 november 2021 uitgesproken in deze zaak.
De rechter in hoger beroep had het bedrag van de vordering berekend door de alimentatie met tien te vermenigvuldigen, zonder rekening te houden met het koninklijk besluit betreffende de afwijking in geval van geschillen inzake onderhoudsuitkeringen.
Het Hof vernietigt daarom het arrest en verwijst de zaak terug naar het Hof van Beroep.