De berekening van de rechtsplegingsvergoeding gebeurt op basis van het gevorderde bedrag

Het bedrag van de rechtsplegingsvergoeding wordt niet berekend op basis van het bedrag dat toegekend wordt aan de in het gelijk gestelde partij. De rechter kan alleen beslissen om het zo te berekenen, wanneer het gevorderde bedrag overgewaardeerd werd of te kwader trouw verhoogd.

De berekening van de rechtsplegingsvergoeding gebeurt op basis van het gevorderde bedrag

De rechtsplegingsvergoeding is de tegemoetkoming in de kosten en erelonen van de advocaat van de in het gelijk gestelde partij.

Uit de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek volgt dat de rechtsplegingsvergoeding in principe wordt berekend op basis van het gevorderde bedrag en niet op basis van het toegekende bedrag.

Wanneer kan de rechter toch een andere berekening maken?

·        as blijkt dat het gaat om een duidelijke overwaardering die een normaal bedachtzame en zorgvuldige rechtszoekende niet zou hebben begaan;

·        of als de partij een verhoging te kwader trouw deed, met als enige doel een hogere rechtsplegingsvergoeding te ontvangen.

De rechter is hiertoe niet verplicht.

In deze zaak had de rechter wel geoordeeld dat eiser zijn vordering sterk had overgewaardeerd. Hij was daarbij niet nagegaan of eiser zich had gedragen als een normaal bedachtzame en zorgvuldig rechtszoekende, of dat de verhoging te kwader trouw werd gedaan. Daarom werd de beslissing vernietigd.