Adoptie: wat als de biologische moeder haar toestemming intrekt?
De toestemming van de biologische ouder(s) bij adoptie is cruciaal. Zelfs als het kind direct na de geboorte en al bijna een jaar bij de kandidaat-adoptant woont.

In een recente zaak had een vrouw al tijdens de zwangerschap aangegeven dat ze haar kind wou laten adopteren. Enkele dagen na de geboorte verhuisde het kind naar het gezin van de kandidaat-adoptant.
Toen het kind ongeveer 6 maanden oud was, werd een verzoekschrift voor adoptie ingediend. De moeder verzette zich nog 5 maanden later uiteindelijk toch tegen de adoptie.
Een aantal rechtszaken volgden, waarbij het kind verder verbleef bij de kandidaat-adoptant.
Toch beslisten de rechters dat de adoptie niet kon doorgaan, omdat de moeder nog op tijd was met het intrekken van haar toestemming, en er niet kon worden bewezen dat zij het kind had verwaarloosd of in gevaar had gebracht.
Het gezin dat het kind wilde adopteren probeerde nog aan te voeren dat de rechters moesten rekening houden met het belang van het kind, dat gedurende 1,5 jaar bij hen in een stabiele situatie opgroeide.
Maar de wet laat de rechters niet toe om de intrekking van toestemming door de moeder naast zich neer te leggen. Het kind moest daarom terugkeren naar de biologische moeder.